Van de gemeente verwachten wij dat zij een betrouwbare, goede rentmeester is van de beschikbare middelen. Het gaat om gemeenschapsgelden, die via de afdracht van de Rijksoverheid of via de gemeentelijke belastingen, door onze inwoners zijn opgebracht. 

• De gemeente voert een behoudend financieel beleid en zorgt voor voldoende reserves om calamiteiten te kunnen opvangen, hierbij wordt aangesloten bij de VNG-normen. 
• Als het voor de vooruitgang van de gemeente nodig is moeten soms risicovolle investeringen worden gedaan, denk aan woningbouw, scholen en industrieterreinen. Onnodige risico’s moeten hierbij worden vermeden. 
• De lokale belastingdruk stijgt in principe niet meer dan de inflatiecorrectie, tenzij de zorg en sociale voorzieningen voor de inwoners in het geding komen.
• Zorg voor elkaar en voor kwetsbare medemensen staat voorop bij het maken van financiële en beleidsmatige afwegingen. Er is maatwerk voor mensen die hulp nodig hebben. 
• Er is een ruimhartig vrijstellingenbeleid waar gemeentelijke heffingen een te grote last vormen, bijvoorbeeld bij mensen met een minimum inkomen.
• Inwoners en organisaties die in aanmerking komen voor subsidie, worden actief geholpen om de weg naar die subsidies te vinden.