Willem Heinen (ChristenUnie) merkte op dat de nota behoorlijk wat discussies heeft losgemaakt in zijn fractie. „Welke weg gaan we op? We gaan prestaties beoordelen. Ik vind de nota een zwaktebod van het politieapparaat die haar taken niet meer aan kan en aan de raad vraagt wat te doen. Dat lijkt mij het uitkleden van het eigen initiatief en de eigen verantwoordelijkheid van de politie. Past dit wel in onze staatsinrichting? Het lijkt erop dat de uitvoerende macht niet meer uitvoert, maar bij de wetgevende en bestuurlijke macht aanklopt, omdat de uitvoerende macht incapabel is." De CU-fractie heeft ook moeite met de verwevenheid van politie- en surveillancetaken. „Daarnaast wordt de preventieve taak van de politie steeds meer genoemd.  Daarvoor  hebben we toch Postbus 51 en een heel leger maatschappelijk werkers, psychologen en scholen? Laat de politie zich bezighouden met waartoe ze is opgeleid: tot bevoegd gezag en tot repressie. Een onaangenaam gevoel bekruipt ons dat 'wie bepaalt, die betaalt'."

 

Marianne Bloemendaal (VVD) heeft het vermoeden dat de nota meer consequenties zal hebben dan nu kan worden voorzien. „De prioritering is democratisch vastgesteld, maar ik denk dat we de essentie hebben gemist. Als wij taken aangeven maar de politie heeft geen geld, tijd of prioriteit,waar zijn we dan mee bezig?"

Rita van de Groep merkte op dat de slogan 'wie bepaalt, betaalt' al is ingezet. „Wij betalen, zo kan ik het ook veiliger maken... Een hoge commissaris (Doctors Van Leeuwen, red.) zei recent dat het hele politiewezen op de schop moet. Zover wil ik niet gaan, maar het is te triest voor woorden. Ik had gehoopt dat de politie haar taak zou oppakken en de haar gegeven verantwoordelijkheid ten volle waar zou maken en met de cijfers in de hand Den Haag zou laten zien dat er meer nodig is." Arend Pruijs (Betaalbaar Bunschoten) noemde de nota een papieren tijger.

An van Pijkeren (CDA) liet een positief geluid horen. „Ik vind het allemaal behoorlijk zwartgallig gesteld", vond ze van de vorige sprekers. „Je moet positief inzetten op dit punt. De politie zal echt wel door blijven gaan met haar taken."

 

Burgemeester Groen beluisterde bij de politici een zekere argwaan/weerzin ten opzichte van de politie. „Ik kan dat niet wegnemen. Ik streef ernaar om zoveel mogelijk politieactiviteiten in eigen dorp te houden en hoop daarmee op steun van de raad. Ik wil via dit plan aantonen dat de gemeente Bunschoten het nodige in het werk stelt om veiligheidspartner te zijn. Daarom staat in dit plan wat we doen en wat we van plan zijn om te doen. In de regionale discussie hebben we de politiefunctionarissen en hoofdofficier van justitie laten weten dat we in ieder geval de normale politiezorg willen. Als we forse politie-inzet nodig hebben in ons uitgaanskwartier, dan willen we die steun ook krijgen. Plechtig is beloofd dat dit plan, dat de prioriteiten van de lokale gemeenschap aangeeft, in ieder geval zal leiden tot de gewone politiezorg die men gegeven het aantal mensen en middelen kan geven, waarbij wij de speerpunten aangeven. Het komt niet in mindering op de normale politie-inzet, maar kan alleen leiden tot mogelijk extra politie-inzet. Politie is partner en investeert dus ook. Je staat sterker als je het samen doet. Ik zie het niet als een vermenging van taken, maar als een aanvulling. Juist door bij de prioriteiten aan te geven wat we als gemeente op het gebied van veiligheid doen, wordt onze inspanning benadrukt en mogen we op grond daarvan ook politie-inzet verwachten. We willen er in ieder geval voor zorgen dat de politiecapaciteit niet weglekt naar de grote steden."

 

Arend Pruijs leidde uit de woorden van de burgemeester af dat de nota Integraal Veiligbeleidsbeleid nodig is om de politieaanwezigheid binnen onze gemeente te waarborgen. „Ik proef daarin een soort dwang. Wat zou er gebeuren als we ermee stoppen? De bevoegdheden moeten duidelijk en transparant zijn. De vermenging van de uitvoerende macht met de wetgevende maakt het alleen maar moeilijker."

Peter van Asselt (PPS) gaf aan de beeldvorming dat de politie haar taak niet goed uitvoert niet terecht te vinden. „Uit bepaalde taken van de politie blijkt dat zij zich gedwongen bezig moet houden met zaken waar ze niet mee bezig zou moeten zijn. Daar moeten we een goed  onderscheid in maken. Ik vind het niet zo'n probleem dat 'wie bepaalt, die betaalt'. Wat is er zo verkeerd aan om als gemeenschap twee politiesurveillanten te betalen? Wees blij dat we ons dit kunnen veroorloven?"

Willem Heinen merkte op dat dit mooi klinkt, maar dat in wezen de centrale overheid haar taak verzuimd. Hij kreeg hierbij steun van Rita van de Groep. Van Asselt benadrukte dat het veiligheidsbeleid positief benaderd moet worden. „Ik denk dat de wil er bij de politie is. Natuurlijk is het slecht dat we keuzes moeten maken, omdat er tekorten zijn. Maar het is niet anders. We hebben keuzes gemaakt en moeten daarmee van start gaan."

Rita van de Groep reageerde door te stellen dat de politiek min of meer tot dit soort keuze wordt gedwongen.

Willem Heinen maakte nog eens duidelijk dat de nota in zijn fractie moeilijk ligt. „Misschien is het wel interessant om als gemeente eens een keer nee te zeggen. Ik heb het gevoel dat nu er landelijk minder geld beschikbaar wordt gesteld voor de politie, dit erin resulteert dat er een discussie ontstaat over wat al dan niet politietaken zijn. Dat wordt steeds sterker uitgekristalliseerd. Op zich is dat niet verkeerd, maar de consequentie moet wel zijn dat echte politietaken ook door de politie uitgevoerd worden. De feiten zijn echter dat politietaken door surveillanten worden uitgevoerd. Inmiddels zijn er twee surveillanten op ruim 19.000 inwoners. In de nota veiligheidsbeleid zien we hetzelfde terugkomen."

Groen gaf aan dat het hem „geweldig" zou spijten als de raad zou besluiten het integraal veiligheidsbeleid af te schieten. „Daarmee geef je niet het goede voorbeeld." Arend Pruijs vroeg de burgemeester of een bepaald 'sjabloongedrag'  altijd  moet worden gevolgd. Groen was het niet met hem eens. „Het zou niet goed zijn als ik me er niet voor zou inspannen om een plan in de gemeente Bunschoten van de grond te krijgen. De uiteindelijke verantwoording ligt bij de raad."

 

22 maart 2004

Bron: Nieuwsblad De Bunschoter